§ 1
§ 2
§ 3
De gebruiker van een centraal stooktoestel moet:
- 1°
- uitsluitend de brandstof gebruiken waarvoor dit toestel gebouwd en afgesteld is;
- 2°
- het nodige doen om dit toestel steeds in goede en veilige staat van werking te houden;
- 3°
- de gebruikersinstructies van de fabrikant van het centrale stooktoestel respecteren;
- 4°
- Het centraal stooktoestel periodiek een onderhoudsbeurt laten geven in overeenstemming met de bepalingen in onderstaande tabel:
Centraal stooktoestel gevoed metNominaal vermogen VOnderhoudsfrequentieOnderhoud moet worden uitgevoerd doorVaste brandstofAlleJaarlijks[geschoolde] vakmanVloeibare brandstof>= 20 kWJaarlijkserkende technicus vloeibare brandstof[Gasvormige brandstof>= 20 kWTweejaarlijkserkende technicus gasvormige brandstof atmosferische gasketels en gasunits: niveau GI of GII, gasketels met ventilatorbrander: niveau GII]De tijd tussen twee opeenvolgende onderhoudsbeurten mag niet langer zijn dan de weergegeven onderhoudsfrequentie, vermeerderd met 3 maanden. [Die vermeerdering verstoort de onderhoudsfrequentie, vermeld in het eerste lid niet.]Het reinigen en het controleren van [het rookgasafvoerkanaal] mag steeds door een schoorsteenveger uitgevoerd worden. [Als bij de onderhoudsbeurt, vermeld in artikel 13, [het rookgasafvoerkanaal] gereinigd en gecontroleerd moet worden, zal dat voorafgaand aan de reinigingsbeurt van het centrale stooktoestel gebeuren. Als de technicus de reiniging en controle van [het rookgasafvoerkanaal] niet zelf uitvoert, zal het reinigingsattest daarvan aan de erkende technicus worden voorgelegd.]
- 5°
- zodanig stoken dat de hinder en de uitstoot aan verontreinigende stoffen zo klein mogelijk is.
§ 1 [
In afwijking van het eerste lid, laat de eigenaar van een centraal stooktoestel met een nominaal vermogen van meer dan 100 kW een verwarmingsaudit uitvoeren met de [volgende frequentie die ingaat na eerste ingebruikname]:
- 1°
- tweejaarlijks in het geval van een centraal stooktoestel gevoed met vloeibare brandstof;
- 2°
- vierjaarlijks in het geval van een centraal stooktoestel gevoed met gasvormige brandstof.
]§ 2
De verwarmingsaudit, bedoeld in § 1, wordt uitgevoerd door:
- 1°
- Een erkende technicus vloeibare brandstof, indien het centraal stooktoestel wordt gevoed met vloeibare brandstof en een nominaal totaal geïnstalleerd vermogen heeft kleiner of gelijk aan 100 kW;
- 2°
- Een erkende technicus gasvormige brandstof, indien het centraal stooktoestel wordt gevoed met gasvormige brandstof en een nominaal totaal geïnstalleerd vermogen heeft kleiner of gelijk aan 100 kW;
- 3°
- [Een erkende technicus verwarmingsaudit:
- a.
- die ook erkend is als technicus gasvormige brandstof, als het totaal geïnstalleerd nominaal vermogen van het centraal stooktoestel, gevoed met gasvormige brandstof, meer dan 100 kW bedraagt of indien de verwarmingsinstallatie, gevoed met gasvormige brandstof, uit meerdere ketels bestaat;
- b.
- die ook erkend is als technicus vloeibare brandstof, als het totaal geïnstalleerd nominaal vermogen van het centraal stooktoestel, gevoed met vloeibare brandstof, meer dan 100 kW bedraagt of indien de verwarmingsinstallatie, gevoed met vloeibare brandstof, uit meerdere ketels bestaat;
- c.
- als het centraal stooktoestel gevoed wordt met vaste brandstof.]
§ 3
Voorgeschiedenis
§ 1
§ 2
§ 1
§ 2
§ 3
§ 4
§ 5